Hét Roemeens-Belgisch tijdschrift!

Buna 31 - 25 april 2025

Inhoud

Geologie Lacul Sf Ana in krater

Tips voor geologen

Roemenië is een erg verscheiden land, ook op het vlak van geologie. De aanwezigheid van een massieve bergketen als de Karpaten en van een verdwenen zee in de Pannonische vlakte hebben het landschap van Roemenië getekend. Dat heeft soms geleid tot spectaculaire geologische fenomenen zoals de aanwezigheid van petroleum, gas, diverse metalen (inclusief goud en zilver) en belangrijke zoutaders. Voor de toeristen zijn vooral de ‘speciale effecten’ interessant. We sommen er een paar op.

De moddervulkanen van Berca in de provincie Buzău. Dat zijn kleine vulkaanmonden die op geregelde tijdstippen modder en gas opstuwen vanuit een diepte van zo’n 3.000 meter. 

De eeuwige vuren van Terca (Buzău) en Andreiaşu (Vrancea) hebben eigenlijk een gelijkaardige oorsprong. Gassen ontsnappen uit de diepte van de aarde. Door de wrijving met gesteente en grond ontvlammen ze vanzelf en vormen eeuwigdurende vlammen die 20cm tot een meter hoog zijn.

Van een andere orde zijn de ‘trovants’ of groeiende stenen. Zij bestaan uit een bijzondere natuurlijke combinatie van zand en cement. Ze groeien, meestal bolvormig, een paar centimeter per duizend jaar. Je vindt ze in Costeşti, in de buurt van Râmnicu Vâlcea (provincie Argeṣ).

Het Sint-Annameer (Lacul Sfânta Ana), in de nabijheid van Băile Tușnad, ligt op de grens van de provincies Harghita en Covasna. Het is een meer dat is ontstaan in de krater van de uitgedoofde vulkaan Ciomatu Mare. Die bevindt zich in een vulkanisch gebied dat de laatste vulkaanuitbarstingen in Oost-Europa kende, zo’n 40.000 jaar geleden. Het bijna ronde meer ligt op een hoogte van 946 meter en meet 620 bij 460 meter, met een oppervlakte van 19,5 ha. Het meer heeft geen bron en is dus helemaal gevuld met hemelwater. 

Even verderop ligt het Tinovul Mohoṣ, 4 maal zo groot als het Sint-Annameer en ontstaan in een put waar turf werd ontgonnen. Een turflaag van 10 tot 20 meter dikte heeft zich gevormd in de krater van de Tinovul vulkaan. Door de aanwezigheid van de turflaag is het water van het meer bijna zwart van kleur. Typisch voor de Tinovul Mohoṣ zijn de vleesetende planten (o.m. verschillende soorten Zonnedauw).